Home
Update handhaving we...

Update: Handhaving Wet DBA vanaf januari 2025

Wat betekent dit voor bedrijven?

Op 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst volledig handhaven op schijnzelfstandigheid, en dat heeft grote gevolgen voor bedrijven en zelfstandigen in Nederland. Waar in eerdere jaren de handhaving van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) nog op een laag pitje stond door een handhavingsmoratorium, is het nu duidelijk dat uitstel geen optie meer is.

Vanaf 2025 wordt actief gecontroleerd en kunnen boetes en naheffingen worden opgelegd wanneer bedrijven niet voldoen aan de regelgeving rondom zelfstandigen. Maar er is een belangrijke overgangsperiode van een jaar, waarin werkgevers die aantoonbaar stappen ondernemen tegen schijnzelfstandigheid nog geen vergrijpboete zullen krijgen.

Dit is een update van de eerdere aankondiging in april 2024, toen al werd aangegeven dat de overheid vastbesloten was de arbeidsmarkt beter te reguleren. Nu de deadline snel nadert, willen we bij Bouw Technokracht onze klanten en partners zo goed mogelijk informeren en voorbereiden op deze belangrijke verandering.

Waarom deze maatregel?

Het kabinet wil de balans op de arbeidsmarkt herstellen door schijnconstructies tegen te gaan. Staatssecretaris Van Rij benadrukte in september 2024 nogmaals dat zelfstandigen een belangrijke rol spelen in de economie, maar dat schijnzelfstandigheid leidt tot oneerlijke concurrentie en ongelijkwaardige arbeidsvoorwaarden. De opheffing van het handhavingsmoratorium is bedoeld om hier een einde aan te maken. Het doel is om te zorgen voor eerlijke arbeidsverhoudingen, waarbij echte zelfstandigen worden ondersteund, en bedrijven die gebruik maken van schijnzelfstandigen worden aangepakt.

De drie fasen naar handhaving

In april 2024 presenteerde de Belastingdienst een uitgebreid plan van meer dan 100 pagina's met richtlijnen en plannen om de Wet DBA effectief te handhaven. Dit plan werd opgedeeld in drie fasen, waarvan we nu in de laatste stappen richting volledige handhaving zitten.

  • Fase 1: Onderzoek naar modelovereenkomsten (2023)
    De eerste fase was gericht op de evaluatie van modelovereenkomsten. Deze overeenkomsten bleken minder effectief te zijn dan gehoopt. In de praktijk boden ze onvoldoende zekerheid vooraf, omdat de vraag of iemand buiten dienstverband werkt afhangt van de feitelijke werkomstandigheden en niet van wat er in een overeenkomst staat.
  • Fase 2: Voorbereiding op opheffing van het handhavingsmoratorium (2024)
    Tijdens de tweede fase, die dit jaar is afgerond, werd het bedrijfsleven voorbereid op de opheffing van het moratorium. Bedrijven kregen de tijd om hun arbeidsrelaties kritisch onder de loep te nemen en hun bedrijfsvoering aan te passen. De Belastingdienst voerde al bedrijfsbezoeken uit en detecteerde actief potentiƫle misstanden, zodat bedrijven zich konden voorbereiden op de naderende handhaving.
  • Fase 3: Handhaving zonder moratorium (2025)
    Vanaf 1 januari 2025 is er geen ruimte meer voor uitstel. De Belastingdienst kan tijdens controles naheffingen opleggen als er sprake is van schijnzelfstandigheid. Bedrijven moeten kunnen aantonen dat zij hun zelfstandigen als echte ondernemers inzetten, anders riskeren ze boetes en naheffingen tot vijf jaar terug.

Wat betekent dit voor bedrijven?

Vanaf 2025 moeten bedrijven hun arbeidsrelaties zorgvuldig herzien. De Belastingdienst heeft aangegeven dat bedrijven die proactief bezig zijn met het aanpakken van schijnzelfstandigheid in 2025 geen vergrijpboete zullen krijgen, wat hen de ruimte geeft om eventuele knelpunten op te lossen voordat de boetes in 2026 volgen. Deze aanpak geeft bedrijven de mogelijkheid om hun bedrijfsprocessen te verbeteren, terwijl ze voldoen aan de wet- en regelgeving rondom arbeidsrelaties.

De toekomst van modelovereenkomsten

Zoals eerder aangekondigd, stopt de Belastingdienst met het goedkeuren van modelovereenkomsten. Dit betekent dat bedrijven voortaan geen zekerheid meer vooraf kunnen krijgen via deze overeenkomsten. De zekerheid ligt nu bij de feitelijke uitvoering van de werkzaamheden. Als er twijfel bestaat over de zelfstandigheid van een opdrachtnemer, moeten bedrijven direct actie ondernemen om misstanden te voorkomen.

Conclusie

De opheffing van het handhavingsmoratorium op de Wet DBA is een ingrijpende stap in de regulatie van de arbeidsmarkt. Voor bedrijven is het cruciaal om tijdig actie te ondernemen en hun arbeidsrelaties op een correcte en transparante manier vorm te geven. Zo kunnen ze boetes en naheffingen voorkomen en bijdragen aan een eerlijke arbeidsmarkt.

Pagina delen